Zien!
Zien! Op school maken we gebruik van Zien!. Zien! is een manier om de didactische én pedagogische zorg van je leerlingen in beeld te brengen. Door het hanteren van een gezamenlijk denkkader en taalgebruik waar het gaat om sociaal-emotioneel functioneren, zorgt het voor oplossingsgerichte en handelingsgerichte gesprekken. Dat betekent: niet blijven hangen in het praten over problemen, maar zoeken naar vaardigheden die de groep of leerling verder kan helpen. Dan voelt en gedraagt de leerling zich competent, en dat gunnen we iedere leerling.
Niet blijven hangen in het praten over problemen
Ontwikkelingsniveau. Eigenlijk begint alles met twee vragen: wat is het welbevinden van een leerling? En: hoe betrokken is de leerling? Dat is de basis. Vervolgens werkt Zien! met vijf vaardigheden die in kaart worden gebracht. Het is heel zinvol om in kaart te brengen wat een leerling laat zien. Laat een kind moeilijk gedrag zien? Heeft het bijvoorbeeld conflicten op het schoolplein? Dan is het relevant om te weten waar dat precies door komt: heeft de leerling weinig impulsbeheersing? Of laat hij weinig flexibiliteit zien? Of … Dat geeft richting voor het handelen voor het team van de A.Willeboerschool. Het ontwikkelingsniveau bepaalt vervolgens welke doelen en aanpak gekozen moeten worden.
Welbevinden en betrokkenheid
Leerlijnen CED ZML SO. De doelen die in Zien! zijn opgenomen komen ook overeen met de leerlijnen voor Sociaal Emotionele Ontwikkeling die door de school gebruikt worden. Daarmee past Zien! perfect in het onderwijsaanbod op de Willeboerschool. Voor een volledig beeld delen we graag ook een introductievideo over Zien!
STIP
Voor sociaal-emotionele ontwikkeling in ons onderwijs maken we gebruik van de methode STIP. Deze methode is speciaal ontwikkeld voor het zml en vso. In Zien! zijn verwijzingen opgenomen naar deze methode. Zo kunnen we aan de slag met lessen die bij het vaardigheidsniveau van de leerlingen aansluiten. STIP heeft zeven aandachtsgebieden:
- Jezelf kennen en waarderen;
- Goed voor jezelf zorgen;
- Omgaan met gevoelens;
- Aardig zijn en rekening houden met de ander;
- Positieve relaties;
- Omgaan met een taak;
- Gesprek- en luistervaardigheden.